Terug
Gepubliceerd op 05/07/2021

Besluit  Gemeenteraad

wo 30/06/2021 - 19:00

Wijzigingen rechtspositieregeling personeel stad en OCMW Menen.

Aanwezig: Tom Vlaeminck, Voorzitter Gemeenteraad
Eddy Lust, Burgemeester
Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Herman Ponnet, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Angelique Declercq, Schepenen
Laurent Coppens, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Guy Blancke, Kasper Vandecasteele, Vincent Dumortier, Dorianne De Wiest, Lisa Maxy, Stan Roose, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Sylvianne Scherpereel, Oceân Vanderhispallie, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Lianna Mkrtchyan, Dries Defossez, Raadsleden
Eric Algoet, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Martine Fournier, Karolien Poot, Mattias Eeckhout, Raadsleden
Bevoegdheid Orgaan

Gelet op artikel 186 van het decreet lokaal bestuur dat bepaalt dat de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn de rechtspositieregeling van het personeel vaststelt.

Juridische grond

Gelet op het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 195, eerste lid, en 550, eerste lid.

Gelet op de Rechtspositieregeling van het personeel van stad en OCMW Menen van 5 februari 2020 en latere wijzigingen.

Feiten Context en argumentatie

Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 12 maart 2021 houdende maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies;

In de gemeenteraad en OCMW-raad van 5 februari 2020 werd de geïntegreerde rechtspositieregeling voor het personeel van stad en OCMW Menen goedgekeurd;

In de gemeenteraad en OCMW-raad van 2 september 2020 werden er wijzigingen aan de tekst van de geïntegreerde rechtspositieregeling voor het personeel van stad en OCMW Menen goedgekeurd;

Dat wordt voorgesteld om de maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 op te nemen in een bijlage 5 van de Rechtspositieregeling, op die manier worden de maatregelen omtrent de COVID-pandemie gebundeld in 1 bijlage; 

Dat ingevolge het Besluit van de Vlaamse Regering dd. 12 maart 2021, naast de gevolgen ingevolge de COVID-19 pandemie er een aantal wijzigingen worden voorgesteld, waaronder het opvangverlof bij adoptie of pleegvoogdij, pleegzorgverlof en pleegouderverlof. 

Dat wordt voorgesteld om de modaliteiten en criteria voor de fietslease nog niet in te schrijven tot er meer zicht is op de mogelijkheden en praktische uitwerking.

Naast deze opgelegde zaken worden er tevens een aantal technische wijzigingen voorgesteld, waaronder een nieuwe graad, wijziging in de modaliteiten van de hospitalisatieverzekering, een verhoging van het vakantierecht voor het personeel van de woonzorgcentra, wijziging in de modaliteiten overdracht feestdagen en verhoging omstandigheidsverlof bij bevalling voor het contractueel personeel.

Het MAT gaf in zitting van 14 juni 2021 gunstig advies voor de voorgestelde wijzigingen.  

De wijzigingen aan de tekst van de rechtspositieregeling werden op 15 juni 2021 voorgelegd aan de syndicale organisaties.  Een protocol van akkoord werd afgesloten  

Publieke stemming
Aanwezig: Tom Vlaeminck, Eddy Lust, Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Herman Ponnet, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Angelique Declercq, Laurent Coppens, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Guy Blancke, Kasper Vandecasteele, Vincent Dumortier, Dorianne De Wiest, Lisa Maxy, Stan Roose, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Sylvianne Scherpereel, Oceân Vanderhispallie, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Lianna Mkrtchyan, Dries Defossez, Eric Algoet
Voorstanders: Tom Vlaeminck, Eddy Lust, Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Herman Ponnet, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Angelique Declercq, Laurent Coppens, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Guy Blancke, Kasper Vandecasteele, Vincent Dumortier, Dorianne De Wiest, Lisa Maxy, Stan Roose, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Sylvianne Scherpereel, Oceân Vanderhispallie, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Lianna Mkrtchyan, Dries Defossez
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1 : De rechtspositieregeling van het personeel van stad en OCMW Menen wordt als volgt gewijzigd

§1 In de tabel bij artikel 3§2 wordt bij de basisgraad Av – A1a-A2a-A3a de graad en de functie van bestuurssecretaris toegevoegd;

§2 In artikel 248§2 worden de woorden “voor het lopende jaar” vervangen door “na 1 jaar”;

§3 In artikel 263§4 worden de woorden “(vanaf 2022 9 dagen) ingevoegd na de woorden “6 dagen”;

§4 Artikel 268 wordt aangevuld met “§4 Wanneer het aangestelde personeelslid in de loop van het jaar de feestdagen en dienstvrijstelling van de laatste 3 maanden van het jaar niet volledig heeft uitgeput, mogen deze overgedragen worden naar het volgende vakantiejaar. Deze dienen opgenomen te worden vóór 1 mei van het volgende jaar.”;

§5 De benaming van Hoofdstuk 4 onder Titel 9 Verloven en afwezigheden wordt vervangen door “Hoofdstuk 4 – Bevallingsverlof, opvangverlof, pleegzorgverlof en pleegouderverlof”;

§6 Artikel 273 wordt vervangen door

“Artikel 273 – Opvangverlof bij adoptie of pleegvoogdij

§1     Het statutaire personeelslid krijgt op zijn verzoek opvangverlof als een minderjarig kind in zijn gezin wordt opgenomen met het oog op adoptie of pleegvoogdij.

Het opvangverlof bedraagt zes weken per personeelslid. Dat verlof verhoogt met twee weken voor een adoptieouder of pleegvoogd en, voor beide adoptieouders of pleegvoogden samen:

         1° met drie weken vanaf 1 januari 2023;

         2° met vier weken vanaf 1 januari 2025;

         3° met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als beide ouders het kind adopteren of pleegvoogd worden.

De maximumduur van het opvangverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind aan een van de volgende voorwaarden voldoet:

         1° het heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;

         2° het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend worden

         in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;

3° het heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag.

De maximumduur van het opvangverlof wordt per personeelslid met twee weken verlengd bij de gelijktijdige adoptie of pleegvoogdij van meerdere minderjarige kinderen.

Als maar een van de samenwonende partners het kind adopteert of de pleegvoogdij uitoefent, heeft alleen die persoon recht op het verlof.

§2     Tijdens het opvangverlof behoudt het statutaire personeelslid het recht op zijn gebruikelijke salaris.

Het verlof begint binnen twee maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.

In het kader van een interlandelijke adoptie kan het opvangverlof ook de periode bestrijken die voorafgaat aan de daadwerkelijke opvang van het geadopteerde kind in België, als die voorafgaande periode niet meer bedraagt dan vier weken en als ze wordt besteed aan de voorbereiding van de daadwerkelijke opvang van het kind.

§3   De uitoefening van het recht op adoptieverlof neemt een einde op het ogenblik waarop het kind de leeftijd van acht jaar bereikt tijdens de opname van het verlof.

§4   Het adoptieverlof kan al of niet opgenomen worden in een aaneensluitende periode

§5     De uitoefening van het recht op adoptieverlof moet een aanvang nemen binnen twee maanden die volgen op de inschrijving van het kind als lid van het gezin van het personeelslid.

Artikel 273bis - Pleegzorgverlof

Het statutaire personeelslid heeft per kalenderjaar recht op zes dagen pleegzorgverlof.

Het pleegzorgverlof wordt aan het statutaire personeelslid toegekend conform artikel 30quater, § 1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en artikel 2 tot en met 6 van het koninklijk besluit van 27 oktober 2008 betreffende de afwezigheid van het werk met het oog op het verstrekken van pleegzorgen.

Het statutaire personeelslid heeft recht op 82 % van het brutosalaris.

Artikel 273tris - Pleegouderverlof

§ 1. In deze paragraaf wordt verstaan onder langdurige pleegzorg: de pleegzorg waarvan bij het begin duidelijk is dat het pleegkind voor minstens zes maanden in hetzelfde pleeggezin zal verblijven.

In geval van langdurige pleegzorg heeft het statutaire personeelslid dat pleegzorger is als vermeld in artikel 2, 12°, van het decreet van 29 juni 2012 houdende de organisatie van pleegzorg, een eenmalig recht op pleegouderverlof gedurende een aaneengesloten periode van maximaal zes weken voor de zorg van het pleegkind.

Het pleegouderverlof van zes weken van het statutaire personeelslid verhoogt met twee weken voor een pleegouder en, voor beide pleegouders samen:

         1° met drie weken vanaf 1 januari 2023;

         2° met vier weken vanaf 1 januari 2025;

         3° met vijf weken vanaf 1 januari 2027.

De bijkomende weken, vermeld in het tweede lid, worden onderling verdeeld als het pleeggezin bestaat uit twee personen, die beide zijn aangesteld als pleegouder van het kind.

De maximumduur van het pleegouderverlof wordt verdubbeld als het opgenomen kind voldoet aan een van de volgende voorwaarden:

         1° het kind heeft een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van ten minste 66%;

         2° het kind heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste vier punten toegekend

         worden in pijler 1 van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving over de kinderbijslag;

         3° het kind heeft een aandoening die tot gevolg heeft dat ten minste negen punten toegekend

         worden in alle drie de pijlers samen van de medisch-sociale schaal in de zin van de regelgeving

         over de kinderbijslag.

De maximumduur van het pleegouderverlof wordt met twee weken per pleegouder verlengd bij het gelijktijdige onthaal van meerdere minderjarige kinderen naar aanleiding van een plaatsing in het kader van langdurige pleegzorg.

§ 2. Het verlof begint binnen twaalf maanden nadat het kind is ingeschreven als deel uitmakend van het gezin.

Tijdens de eerste drie dagen van het pleegouderverlof heeft het personeelslid recht op een doorbetaling van het salaris. Vanaf de vierde dag heeft een statutair personeelslid recht op 82 % van het brutosalaris.”

§7 In artikel 291 §1 - 2° worden de woorden "10 werkdagen" vervangen door "15 werkdagen voor contractuele personeelsleden en 10 werkdagen voor statutaire personeelsleden";

§8 In Bijlage 1 - Overzicht graden, rangen salarisschalen, functies en aanvullende aanwervingsvoorwaarden wordt bij basisgraad AV A1a – A2a – A3a de graad en functie van bestuurssecretaris toegevoegd met als bijzonder aanwervingsvoorwaarde : diploma of getuigschrift dat toegang geeft tot niveau A. De eventuele specifieke aard van het diploma of getuigschrift en/of drie jaar relevante en aantoonbare werkervaring zal worden bepaald bij de vacantverklaring van de betrekking

§9 Er wordt een Bijlage 5 – Maatregelen naar aanleiding van periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 toegevoegd.

Artikel 2 : De ingangsdatum van deze wijziging is 1 juli 2021 tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in de rechtspositieregeling.