Artikel 40 en 41 Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017 (en wijzigingen)
Goedkeuring (GR/2021/094) van de Gemeenteraad in zitting van 5 mei 2021 van de wijziging en hervaststelling van het aanvullend verkeersregelement inzake parkeren;
Vaststelling(GR/2021/093) van de Gemeenteraad in zitting van 5 mei 2021 van de wijziging van het retributiereglement inzake parkeren;
Nieuwe gemeentewet van 24 juni 1988;
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 (en wijzigingen);
Wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968;
Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg;
Ministerieel Besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Uitvoeringsbesluit van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
Omzendbrief MOB/2009/1 van 3 april 2009;
In het beginsel is het de Gemeenteraad die de gemeentelijke aanvullende reglementen opmaakt, met uitzondering van de tijdelijke politieverordeningen (art. 119 Nieuwe Gemeentewet). Artikel. 4 en 5 van het decreet betreffende de aanvullende reglementen van 16 mei 2008 voorziet in de mogelijkheid dat de Gemeenteraad de bevoegdheid om aanvullende reglementen op te stellen kan toevertrouwen aan het College van Burgemeester en Schepenen ("§ 1. Onder voorbehoud van artikel 6, stelt de gemeente de aanvullende reglementen vast op de gemeentewegen die zich op haar grondgebied bevinden. In afwijking van artikel 43, § 2, 2°, van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 kan de gemeenteraad die bevoegdheid toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen.").
In dat geval is het wel noodzakelijk om het gemeenteraadsbesluit betreffende deze bevoegdheidsdelegatie aan het Departement MOW over te maken.
De dienst mobiliteit stelt voor dit principe toe te passen omtrent het aanvullend reglement, waarbij de locaties van de zogenaamde sensorparkeerplaatsen (shop&go-parkeerplaatsen) worden vastgelegd. Op die manier kan sneller worden geschakeld bij bijvoorbeeld het stopzetten van bepaalde handelszaken (waardoor de plaats zijn waarde verliest) en grootschalige wegenwerken (waarbij de plaats voor enige tijd onbruikbaar wordt) of indien de noodzaak tot evaluatie zich sneller zou voordoen.
Het voorstel is dan ook om, ter vereenvoudiging van de administratie, het aanvullend reglement betreffende het invoeren van shop & go parkeerplaatsen, vanaf heden toe te vertrouwen aan het schepencollege.
De evaluatie van het gebruik van de Shop & Go plaatsen wordt jaarlijks aan de verkeerscommissie voorgelegd".
Artikel 1
De bevoegdheid tot het vaststellen van aanvullende regelementen inzake shop & go parkeerplaatsen wordt bij delegatie toevertrouwd aan het College van Burgemeester en Schepenen.
Artikel 2
Dit delegatiebesluit wordt ter kennisgeving overgemaakt aan het Departement Mobiliteit en Openbare Werken.