Navolgend op de beslissingen van de gemeenteraad en de OCMW-raad van 26.06.2024 tot wijziging van de rechtspositieregeling personeel Stad Menen en OCMW Menen inzake dienstvoertuigen voor dienstreizen en privéverkeer, werd op 19 augustus 2024 klacht ontvangen bij het Agentschap Binnenlands Bestuur met betrekking tot deze beslissing; N.a.v. deze klacht wordt door het Agentschap, namens de gouverneur, om het standpunt van de stad en commentaar van het college van burgemeester en schepenen verzocht. Eveneens wordt gevraagd alle nuttige stukken en het bijhorende dossier te bezorgen.
De klacht is gebaseerd op schending van de vormvoorschriften opgelegd door het decreet Lokaal Bestuur, gezien een aantal stukken laattijdig toegevoegd waren aan het dossier en hierdoor de besluitvormingsprocedure niet volledig juist is gevolgd, zoals voorgeschreven door het Decreet Lokaal Bestuur. Er werden bepaalde adviezen niet tijdig in het dossier opgenomen, waardoor de raadsleden zich niet afdoende vooraf konden informeren over de te nemen beslissing. Eveneens wordt verwezen naar de omzendbrief KBBJ/ABB 2023/1 van 9 juni 2023 ,
De brief vanwege het Agentschap dateert van 17 juli 2024 via het digitaal loket overgemaakt en hernomen op 19.08.2024, met toepassing van een nieuwe antwoordtermijn van 30 dagen; Het bestuur heeft een termijn van 30 dagen na ontvangst van de klacht om de stukken over te maken, en eventuele toelichting. Dit is een vervaltermijn die afloopt op 18.09.2024. Hierna is de beslissing van rechtswege nietig.
Gezien de mogelijke onvolkomenheden tijdens het verloop van het besluitvormingsproces welke als procedurefouten kunnen worden gekwalificeerd, wat op zich reeds een voldoende reden is om in het kader van bestuurlijk toezicht tot vernietiging van de beslissing te besluiten, is het raadzaam om de raadsbeslissing van 26.06.2024 onmiddellijk in te trekken, en deze onmiddellijk uit het rechtsverkeer te halen, vanuit het voorzorgsprincipe en wetttelijkheidsbeginsel.
Op 21 augustus 2024 werd door het vast bureau reeds een principiële beslissing tot intrekking van bovengenoemde raadsbeslissing genomen en aldus doorverwezen naar de OCMW-raad van 4 september 2024.
De intrekking van een beslissing kan slechts geldig gebeuren door het orgaan zelf dat de beslissing heeft genomen, zijnde de OCMW-raad. Gezien eerstvolgende OCMW-raad samenkomt op 04 september 2024 e.k, is deze beslissing dus zeer dringend te nemen.
De eventuele beslissing tot het al of niet hernemen van de beslissing is een afzonderlijke beslissing, die - indien zij wordt genomen - afzonderlijk en zorgvuldig dient worden uitgewerkt en gemotiveerd. Dit staat volledig los van de beslissing tot intrekking, welke voorligt.
De toezichthoudende overheid werd bij brief dd. 26.08.2024 ingelicht omtrent de voorgenomen intrekking van de betreffende raadsbeslissing van 26.06.2024 . De intrekkingsbeslissing door de OCMW-raad wordt haar nagestuurd.
De intrekking heeft terugwerkende kracht en geldt ex tunc; door de intrekking wordt de beslissing van 26.06.2024 inzake wijziging van de rechtspositieregeling (invoeging art 254bis) inzake dienstvoertuigen voor dienstreizen en privé verkeer) uit het rechtsverkeer genomen. De intrekking geldt onmiddellijk.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 21 augustus 2024;
Enig artikel : De OCMW-raad beslist om de raadsbeslissing van 26 juni 2024 houdende wijziging van de rechtspositieregeling (art 254bis) inzake dienstvoertuigen voor dienstreizen en privé verkeer, onmiddellijk in te trekken.