Terug
Gepubliceerd op 02/07/2024

Besluit  Gemeenteraad

wo 26/06/2024 - 19:00

Gemeentelijke Administratieve Sancties. Goedkeuring wijziging Bijzondere Politieverordening inzake stilstaan en parkeren.

Aanwezig: Tom Vlaeminck, Voorzitter gemeenteraad
Eddy Lust, Burgemeester
Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Kasper Vandecasteele, Angelique Declercq, Schepenen
Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Herman Ponnet, Guy Blancke, Stan Roose, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Lianna Mkrtchyan, Vincent Dumortier, Jelle Van de Wiele, Dries Defossez, Jean Marie Lambrecht, Herwig Vrijsen, Raadsleden
Eva Vandenheede, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Laurent Coppens, Dorianne De Wiest, Mattias Eeckhout, Jan Verbrugge, Raadsleden
Afwezig: Toon Demyttenaere, Raadslid
Bevoegdheid Orgaan

Decreet Lokaal Bestuur, artikel 2 en artikel 41 

Juridische grond
  • Artikel 119, 119bis en 135 van de Nieuwe Gemeentewet;
  • Decreet Lokaal Bestuur, artikel 40-41 houdende specifieke bevoegdheid van de gemeenteraad inzake goedkeuring van reglementen; 
  • Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer (ook "de Wegverkeerswet" genoemd)
  • Koninklijk Besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg (ook "de Wegcode" genoemd), en latere wijzigingen;
  • Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie, laatst gewijzigd door de Wet van 11 december 2023 tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, van de Nieuwe Gemeentewet en van de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 29 december 2023 -inwerkingtreding vanaf 8 januari 2024- verder genoemd 'de Wijzigingswet');
  • Koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen (BS 20.06.2014) ;
  • Koninklijk Besluit dd. 12 maart 2013 houdende wijziging Koninklijk Besluit van 1 december 1975 ( Wegcode ), in bijzonder artikel 2 tot vernieuwing definitie 'fietsstraat' naar 'fietszone';
  • Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, welke verordening bij gemeenteraadsbeslissing van 18 november 2020 werd gevoegd als addendum bij de reeds bestaande Algemene politieverordening van Menen (gemeenteraadsbeslissing dd. 11.06.2012 en latere wijzigingen);
  • Ministeriële omzendbrief van 22 juli 2014 waarbij uitleg verschaft wordt bij de nieuwe regelgeving aangaande de gemeentelijke administratieve sancties
  • Omzendbrief nr. COL 1/2006, van het College van Procureurs Generaal bij de Hoven van Beroep inzake gemeentelijke administratieve sancties, laatst herzien in 2014.
  • Omzendbrief dd. 20.02.2024  WVL 2024/05, van de Procureur Des Konings van het parket West-Vlaanderen
  • Algemene politieverordening van de stad Menen, goedgekeurd bij gemeenteraadsbeslissing van 11 juni 2012 en latere wijzigingen (laatst gewijzigd bij gemeenteraadsbeslissing van 15 mei 2024);
  • De algemene beginselen van behoorlijk bestuur;
  • Gemeenteraadsbeslissing dd. 15 december 2014 houdende bekrachtiging van het GAS-protocolakkoord inzake gemengde inbreuken dd. 08.12.2014, tussen de Procureur des Koning van het gerechtelijk arrondissement West-Vlaanderen enerzijds, en de stad Menen anderzijds;
  • Gemeenteraadsbeslissing dd. 18 november 2020 houdende goedkeuring bijzondere politieverordening inzake inbreuken op stilstaan en parkeren (GAS-4)
  • Gemeenteraadsbeslissing van 10 november 2021 houdende wijziging van , in bijzonder de opheffing art.17 en art. 28 ( zijnde weglating van de inbreuk onrechtmatige inname van parkeervakken, voorzien voor houders van een parkeerkaart voorpersonen met een handicap, welke hierdoor niet meer via GAS4 kan worden gesanctioneerd);
  • Gemeenteraadsbeslissing dd. 10 november 2021 houdende bekrachtiging addendum dd. 22.10.2021 bij protocolakkoord met Parket in het kader van stilstaan en  parkeren, in werking getreden op 01.12.2021;
  • Beslissing van het college van burgemeester en schepenen dd. 24.04.2024 houdende goedkeuring van het (nieuwe) protocolakkoord met de Procureur des Konings afdeling West-Vlaanderen inzake gemengde inbreuken;
  • Gemeenteraadsbeslissing dd. 15 mei 2024 houdende bekrachtiging van het (nieuwe) protocolakkoord dd. 30 april 2024  met het Parket West-Vlaanderen inzake gemengde inbreuken  het kader van stilstaan en  parkeren, in werking getreden op 01.12.2021; dit nieuwe protocolakkoord vervangt de eerdere protocolakkoorden dd. 08.12. 2014 en addendum van 20.10.2020 inzake gemengde inbreuken; 
Feiten Context en argumentatie

Historiek inzake GAS 4

De GAS-wet van 24 juni 2013 geeft steden en gemeentes de mogelijkheid administratieve sancties (verder 'GAS' genoemd) op te leggen voor gemeentelijke overtredingen, met enkele uitzonderingen voor bestaande strafrechtelijke sancties. Artikel 3 maakt het mogelijk om bepaalde misdrijven zowel strafrechtelijk als administratief te sanctioneren. Deze gemengde inbreuken zijn onderverdeeld in GAS 2, 3 en 4.

Sinds juli 2014 kunnen steden en gemeenten GAS toepassen op overtredingen zoals stilstaan en parkeren, en op verkeersborden C3 (verboden toegang) en F103 (voetgangerszone). Dit geeft steden meer controle over hun mobiliteitsbeleid en de aanpak van parkeeroverlast.

 Specifiek gaat het over:

  • Overtredingen door meerderjarige overtreders met een woon- of verblijfplaats in België, voor 24 soorten inbreuken.
  • Overtredingen op verkeersborden C3 en F103 vastgesteld door camera's.

 Sancties kunnen alleen worden opgelegd als:

  1. De sanctioneringsbevoegdheid en inbreuken in de reglementering zijn opgenomen.
  2. Een protocolakkoord is afgesloten tussen het lokale bestuur en het Parket.

Deze inbreuken vallen onder de GAS4-procedure en worden vastgesteld door politie en gemeenschapswacht-vaststellers.

De sanctionerend ambtenaar legt boetes op:

  • Categorie 1: €58 (lichte inbreuken zoals parkeren in woonerven, voetgangerszone, voor inrit).
  • Categorie 2: €116 (ernstiger inbreuken zoals parkeren op mindervalidenplaatsen, voetpad, fietspad, zebrapad).

Deze GAS4-procedure is opgenomen in de Bijzondere politieverordening inzake stilstaan en parkeren (artikel 31 e.v.);


Protocolakkoord met het parket inzake gemengde inbreuken

Gezien de gelijktijdige bevoegdheid van het Parket en de sanctionerend ambtenaar voor handhaving van de gemengde inbreuken (GAS 2-3) werden de afspraken inzake het sanctiebeleid vastgelegd in een protocolakkoord. Voor GAS 4-inbreuken is een protocolakkoord verplicht tussen gemeenten en de procureur des Konings, terwijl voor GAS 5-inbreuken geen akkoord nodig is.
 
Tussen de stad Menen en de procureur des Konings afdeling West-Vlaanderen is een nieuw protocolakkoord afgesloten op 30 april 2024, waarbij door het Parket de afspraken inzake het sanctiebeleid voor gemeentelijke administratieve sancties  m.b.t. inbreuken op GAS 2-3-4 uniform werden vastgelegd, dit voor de hele provincie West-Vlaanderen. Inbreuken die  in aanmerking komen voor afhandeling via GAS, werden hierin opgenomen, met oog op een uniform, concreet, consistent, en efficiënt vervolgingsbeleid door het Parket. Dit nieuwe protocolakkoord, bekrachtigd door de gemeenteraad  van Menen op 15 mei 2024, vervangt de eerdere protocolakkoorden met het Parket van 08.12. 2014 en addendum van 20.10.2020. 
Dit akkoord regelt de procedure en afhandeling van deze gemengde inbreuken. Het protocolakkoord is in werking getrefen op 1 juni 2024. 
Gezien dit recent vernieuwde protocolakkoord inzake gemengde inbreuken, hierin inbegrepen de inbreuken op stilstaan en parkeren(GAS4), dient nog de bijzondere politieverordening inzake stilstaan en parkeren hierop te worden afgestemd, naar model en voorstel van het Parket ( conform bijlage 2 bij voorstel vernieuwd protocol ARROB-WVL 2024-05), rekening houdende eveneens met de wijzigingen in de wegcode. 


Bijzondere Politieverordening inzake stilstaan en parkeren 

1. Motivering wijziging titel 

Ten gevolge van de Wet van 11 december 2023  tot wijziging van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, de Nieuwe Gemeentewet en de wet van 15 mei 2007 tot instelling van de functie van gemeenschapswacht, tot instelling van de dienst gemeenschapswachten en tot wijziging van artikel 119bis van de Nieuwe Gemeentewet (hierna genoemd: "de Wijzigingswet") zijn er veel veranderingen aangebracht in de bepalingen van de bestaande GAS-wet. Alle bestaande lokale GAS-instrumenten dienen hierop te worden afgestemd. In de gemeenteraad van 15 mei 2024 gebeurde daarom al een grootschalige aanpassing van de Algemene Politieverordening (APV).

Het was niet mogelijk om ook de wijziging van de Bijzondere Politieverordening in dezelfde gemeenteraadszitting te behandelen, gezien inzake GAS4 nog een aantal verduidelijkingen waren bevraagd bij het Parket.

De wijzigingen van de Bijzondere Politieverordening vloeien rechtstreeks voort uit de wijzigingen, van de GAS-wet, door de Wijzigingswet,  sinds 8 januari 2024 van krach t, en betreffen het volgende : 
  • 1. Volgens artikel 2, c) van de wijzigingswet is de ANPR-camera niet langer het enige en verplichte middel voor het registreren van overtredingen van de verkeersborden "C3" en "F103". In plaats daarvan wordt het gebruik van deze camera nu optioneel, naast de mogelijkheid om dergelijke overtredingen handmatig en persoonlijk vast te stellen. Deze bepaling vereist daarom dat de verwijzing naar automatische apparaten wordt geschrapt.
  • 2. Artikel 2, d) van de Wijzigingswet bepaalt dat de sanctionerend ambtenaar, naast de overtredingen in voetgangersgebieden (verkeersbord "F103") en gebieden met toegangsverboden (verkeersbord "C3"), nu ook bevoegd is om een derde categorie van niet-parkeerovertredingen te handhaven, namelijk overtredingen van het inhaalverbod in fietsstraten (verkeersbord "F111"). Sinds recente wijziging van de Wegcode is het begrip fietsstraat vervangen door het begrip 'fietszone', die ook meerdere fietsstraten kan omvatten, aangeduid met beginbord (F111) en eindbord (F113) Gezien Het Parket deze nieuwe inbreuk opnam in het protocolakkoord, moet dit ook expliciet in de lokale regelgeving worden opgenomen, en ook in de titel van de Bijzondere politieverordening worden aangevuld, met vermelding van verkeersbord F111.
  • 3. De naam van de Bijzondere Politieverordening wordt, in overeenstemming met het gewijzigde artikel 3, 3° van de GAS-wet, als volgt gewijzigd: "Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3, F103 en F111. (met weglating van vermelding " vastgesteld met automatisch werkende toestellen").
2. Motivering wijziging artikel 1: territoriaal toepassingsgebied
De voorgestelde wijziging onder dit punt is puur technisch van aard. Elke verwijzing naar de GAS-wet moet voortaan worden aangevuld met verwijzing naar de latere wijzigingen, met name de eerder genoemde Wijzigingswet van 11 december 2023. Merk op dat bij verwijzing naar het KB van 9 maart 2014 wel nog de oude titel wordt gebruikt. Hier blijft verijwzing naar ANPR-camera's wel behouden, tot wijziging van dit KB.
 
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Art. 1
Deze bijzondere politieverordening geeft uitvoering aan artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, [met latere wijzigingen], dat bepaalt dat de gemeenteraad voor de inbreuken opgesomd in het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, kan voorzien in gemeentelijke administratieve sancties. 
 
Deze bijzondere politieverordening is van toepassing op het grondgebied van de stad Menen met uitsluiting van de autosnelwegen die dit grondgebied doorkruisen.
 

3. Motivering wijziging artikel 3: definities
Ook deze voorgestelde wijziging onder dit punt is puur technisch van aard. Elke verwijzing naar de Wegcode moet voortaan worden aangevuld met verwijzing naar de latere wijzigingen. Zo is recent het begrip  fietsstraat gewijzigd naar het ruimere begrip fietszone, dit als gevolg van het KB van 12 maart 2023 tot wijziging van de Wegcode.
 
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

Art. 3

De definities opgenomen in het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer van van het gebruik van de openbare weg, [en latere wijzigingen,] zijn evenzeer van toepassing op onderhavige politieverordening.


4.  Motivering wijziging en aanvulling artikel 4: vaststellers
 
De voorgestelde wijziging van de Bijzondere Politieverordening is direct het resultaat van de aanpassing van de GAS-wet door de Wijzigigingswet  die sinds 8 januari 2024 van kracht is.
 
Artikel 2, c) van de Wijzigingswet bepaalt dat de ANPR-camera niet langer het enige en verplichte middel is voor het vaststellen van overtredingen van de verkeersborden "C3" en "F103". Het gebruik van de camera is nu optioneel, naast de mogelijkheid om dergelijke overtredingen handmatig en persoonlijk vast te stellen. Deze bepaling vereist ook de verwijdering van verwijzingen naar automatische toestellen.Ten slotte introduceert de wijzigingswet verschillende nieuwe "vaststellingselementen" die belangrijk zijn voor de burger om te kennen. Dit omvat de identificatiewijze bij vaststellingen zonder ANPR-camera (zie gewijzigd artikel 3, 3°, tweede streepje van de GAS-wet), de beperkte toegangsrechten van gemeentelijke vaststellers tot het Rijksregister en het DIV (zie gewijzigd artikel 21, §5 van de GAS-wet), en de bijzondere bewijswaarde van vaststellingen door politieambtenaren (zie gewijzigd artikel 21, §4, derde lid van de GAS-wet).
 
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd en aangevuld:
 
Art. 4
De inbreuken op het verkeersbord C3 en het verkeersbord F103 dienen te worden vastgesteld met automatisch werkende toestellen conform artikel 62 van de Wet dd.16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.

[§1.] Alle andere inbreuken in [op de bepalingen van] deze bijzondere politieverordening kunnen worden vastgesteld door :

1° politieambtenaren en agenten van politie;
2° gemeentelijke ambtenaren die voldoen aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van de inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sancties [, met latere wijzigingen];

[§2.Inbreuken op de artikelen 23, 24 en 24bis van deze Bijzondere Politieverordening kunnen bovendien vastgesteld worden door middel van automatisch werkende toestellen, bedoeld in artikel 62 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer ("de wegverkeerswet"). Wanneer zij desalniettemin zonder automatisch werkend toestel worden vastgesteld, dient de bestuurder onmiddellijk geïdentificeerd te worden. Indien het niet mogelijk is om de bestuurder op het ogenblik van de vaststelling te identificeren, gelden de regels betreffende de kentekenaansprakelijkheid, zoals bepaald in artikel 33 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zoals gewijzigd door de Wet van 11 december 2023.

§3. Op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen van de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, hebben de onder §1, 2° vermelde personen, in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden, toegang tot de volgende persoonsgegevens van de overtreder uit het Rijksregister :
  • de identificatiegegevens, meer bepaald de naam, voornamen en geboortedatum van de persoon;
  • de hoofdverblijfplaats;
  • het rijksregisternummer;
  • desgevallend de datum van overlijden.
Bovendien hebben de onder §1, 2° vermelde personen, in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden, toegang tot de hiervoor ter zake dienende gegevens van de Kruispuntbank van de voertuigen, op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen, zoals bedoeld in artikel 18 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen.

§4. Alle originele vaststellingen van de in deze politieverordening bedoelde inbreuken dienen uiterlijk binnen de twee maanden na de vaststelling overgemaakt te worden aan de sanctionerend ambtenaar. 

Gebeurt de vaststelling door de onder §1, 2° vermelde personen, dan hebben deze personen de keuze om gebruik te maken van een gehandtekend gematerialiseerd verslag, dan wel een elektronisch ondertekend gedematerialiseerd verslag. In dit laatste geval volstaat, in afwijking op het eerste lid, de verzending van een digitale kopie van het vaststellingsverslag aan de sanctionerend ambtenaar.

Gebeurt de vaststelling door de onder §1, 1° vermelde personen, dan worden de op basis van deze politieverordening vastgestelde inbreuken opgenomen in een proces-verbaal dat bovendien bewijskracht heeft tot bewijs van het tegendeel, op voorwaarde dat een afschrift ervan binnen een termijn van veertien dagen overgemaakt wordt aan de overtreder. Dit tegenbewijs kan met alle middelen van recht geleverd worden.]


5. Wijziging artikelen 23 en 24: niet in acht nemen van de verkeersborden "C3", respectievelijk "F103"
 
De voorgestelde wijzigingen van de Bijzondere Politieverordening onder dit punt zijn een direct gevolg van de aanpassing van de GAS-wet, die sinds 8 januari 2024 van kracht is.
Op basis van artikel 2, c) van de wijzigingswet is het gebruik van de ANPR-camera niet langer het enige en verplichte middel om overtredingen van de verkeersborden "C3" en "F103" vast te stellen. Het gebruik van de camera is nu optioneel, naast de mogelijkheid om deze overtredingen handmatig en persoonlijk vast te stellen. Deze bepaling vereist ook de verwijdering van de verwijzing naar automatisch werkende toestellen.
 
De artikelen 23 en 24 worden als volgt gewijzigd:
 
Art. 23
Het niet in acht nemen van het verkeersbord C3 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen [verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder].

Art. 24
Het niet in acht nemen van het verkeersbord F103 wanneer deze inbreuken vastgesteld worden door automatisch werkende toestellen [begin van de voetgangerszone].


6. Motivering toevoeging artikel 24bis: niet in acht nemen van het inhaalverbod in fietszone (verkeersbord "F111")
 
Op basis van artikel 2, d) van de wijzigingswet en het nieuwe Protocolakkoord, kan de sanctionerend ambtenaar voortaan zorg dragen voor de handhaving van het inhaalverbod in fietsstraten (verkeersbord "F111") Gezien Het Parket deze nieuwe inbreuk opnam in het protocolakkoord, moet dit ook expliciet in de lokale regelgeving worden opgenomen, en ook in de titel van de Bijzondere politieverordening worden aangevuld, met vermelding van verkeersbord F111.
 
Dit vereist echter, conform artikel 3 van de GAS-wet, dat een bepaling die is gebaseerd op artikelen 22novies, tweede lid (inhaalverbod in fietsstraten) en 71.2, vijfde laatste lid (betekenis van verkeersbord "F111") van de Wegcode, wordt opgenomen in de Bijzondere Politieverordening.
De sanctionerend ambtenaar kan zijn handhavingsacties namelijk niet direct baseren op de Wegcode. Het Parket van West-Vlaanderen heeft aangegeven dat alle gemengde overtredingen die in lokale regelgeving mogen worden opgenomen, ook daadwerkelijk moeten worden opgenomen in de Bijzondere Politieverordening, in functie van effectieve handhaving. Het Parket zal deze overtredingen namelijk geen prioriteit meer geven en zal ze niet meer vervolgen. Daarom is in het Protocol vastgelegd dat voor overtredingen in fietsstraten gemeentelijke administratieve sancties zullen worden toegepast.
Sinds recente wijziging van de Wegcode Bij KB van 12 maart 2023  is het begrip fietsstraat vervangen door het begrip 'fietszone', die ook meerdere fietsstraten kan omvatten, aangeduid met beginbord (F111) en eindbord (F113).
 
De inhoud van het nieuwe artikel 24bis luidt als volgt:

Art. 24bis
Het niet in acht nemen van het verkeersbord F111 [fietsstraat en/of fietszone]
 
LET OP: Bij dit laatste punt moet expliciet een voorbehoud worden gemaakt met betrekking tot de overdracht van bevoegdheden met betrekking tot de vervolging van overtredingen van het verkeersbord "F11 1" (fietsstraten - zie pagina 3, artikel 1.3, nr. 2 van het Protocolakkoord). Het probleem is als volgt: de sanctionerend ambtenaar kan alleen sancties opleggen voor overtredingen van het verkeersbord "F111" als deze overtreding daadwerkelijk wordt opgenomen in de lijst van artikel 2 van het genoemde Koninklijk Besluit van 9 maart 2014. Deze aanvulling valt onder de verantwoordelijkheid van de FOD Mobiliteit, die tot nu toe echter in gebreke is gebleven. Het Parket werd verzocht om, in afwachting van de aanvulling van het Koninklijk Besluit, ofwel de strafrechtelijke vervolging voort te zetten, ofwel een voorbehoud in het Protocolakkoord op te nemen. Het Parket heeft echter geen van beide opties aanvaard.
 
Het is belangrijk om voorlopig (d.w.z. in afwachting van de aanpassing van artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 9 maart 2014) de bevoegdheid met betrekking tot fietsstraten en/of fietszones niet uit de Bijzondere Politieverordening  weg te laten (zie nieuw voorgesteld artikel 24bis), omdat dit anders een tegenstrijdigheid zou veroorzaken tussen de Bijzondere Politieverordening en het Protocolakkoord. Dit zou niet bevorderlijk zijn voor de rechtszekerheid en duidelijkheid voor de burger. Daarom is ervoor gekozen om het nieuwe artikel 24bis alvast te behouden en via een voetnoot te vermelden dat de inwerkingtreding wordt uitgesteld, zoals ook opgenomen in artikel 37. Op deze manier blijft er ook ruimte voor eventuele strafrechtelijke vervolging door het Parket.

 
 
7. Motivering wijziging artikel 33: procedure
 
De voorgestelde aanpassing van de Bijzondere Politieverordening onder dit punt is direct het gevolg van de wijziging van de GAS-wet, die sinds 8 januari 2024 van kracht is.
Artikel 19, 2° van de wijzigingswet stelt nu een maximale termijn van zes maanden vast voor de sanctionerend ambtenaar om verweerschriften van burgers te beantwoorden, gerekend vanaf de datum van de vaststelling van de overtreding. Voorheen werd hiervoor een "redelijke termijn" gehanteerd, die niet nader werd omschreven in de wet en door de rechter in elk specifiek geval moest worden beoordeeld. Deze termijn is een vervaltermijn, waarna geen GAS-boete meer kan worden opgelegd
 
Artikel 33 wordt als volgt gewijzigd:

Art. 33
Verklaart de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen niet gegrond, dan brengt hij de overtreder hiervan [, binnen de zes maanden te rekenen vanaf de datum van de vaststelling de inbreuk,] op een met redenen omklede wijze bij gewone zending op de hoogte met verwijzing naar de te betalen administratieve geldboete die binnen een nieuwe termijn van dertig dagen na deze kennisgeving moet worden betaald.


8. Motivering wijziging artikel 37: inwerkingtreding
 
Onder dit punt wordt een louter formele verduidelijking voorgesteld. Door opnieuw wijzigingen aan te brengen kan niet langer gesteld worden dat alle bepalingen van de Bijzondere Politieverordening  op 1 januari 2021 of 01 december 2021 in werking zullen treden". Een opsplitsing tot verfijning van de diverse data tot inwerkingtreding dringt zich op.
 
Artikel 37 wordt als volgt gewijzigd:

Art. 37
Onderhavige bijzondere politieverordening treedt [is] in werking [getreden] op 1 januari 2021 [,met uitzondering van:
  • artikelen 17 en 28 inzake onrechtmatige inname van voorbehouden parkeerplaatsen voor personen  met een handicap- sinds 01.12.2021 reeds opgeheven;
  • artikel 4, §2 t.e.m. §4,  en de invoeging van de in artikel 33 bepaalde beslissingstermijn, die allen inwerking treden op 1 juli 2024;
  • artikel 24bis, dat pas in werking zal treden van zodra de toekomstige aanvulling van artikel 2 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 “betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen” met deze inbreuk zélf in werking zal getreden zijn]
9. Motivering wijziging artikel 38 - overgangsbepalingen 
Om het lezen van dit artikel te bevorderen, is een kleine herwerking aangewezen. 
 
 Artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:
 
Art. 38
Alle overtredingen m.b.t. [d eze bijzondere politieverordening] die worden vastgesteld na de inwerkingtreding [v an deze politieverordening], worden onderworpen aan de sancties van huidige politieverordening.
 
 
Bij deze wijziging wordt - evenals bij de wijziging van de Algemene Politieverordening - zonale uniformiteit nagestreefd als uitgangspunt, en waar mogelijk ook uniformiteit binnen het gerechtelijk arrondissement;
 
Gelet op de voorafgaande besprekingen omtrent de voorgestelde aanpassingen, zowel met politiediensten, alsook met de diverse diensten van de stad (Dienst mobiliteit, dienst Omgeving, Dienst Veiligheid en Samenleven). Overwegende dat deze voorstellen tot aanpassing gunstig werden geadviseerd;
 
Gelet op het zonaal overleg door de werkgroep APV, in functie van zonale uniformiteit en afstemming;
 
Gelet op het voorafgaand advies en overleg met de referentiemagistraat GAS;
 
Gelet op het voorafgaand overleg met de politiediensten en toelichting aan het politiecollege, in samenhang met de besprekingen omtrent het vernieuwde protocol;

Overwegende dat een tekst van Bijzondere Politieverordening, gecoördineerde versie, zal worden uitgewerkt voor publicatie op de website, met oog op de leesbaarheid en beschikbaarheid van een totaalreglement , alsook met oog op zonale uniformiteit;

Overwegende dat de inwerkingtreding van deze wijzigingen in deze Bijzondere Politieverordening van Menen (BPV) voorzien is per 01 juli  2024, na bekendmaking via de wettelijke kanalen en het digitaal webloket;

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 12.06.2024;

Publieke stemming
Aanwezig: Tom Vlaeminck, Eddy Lust, Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Kasper Vandecasteele, Angelique Declercq, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Herman Ponnet, Guy Blancke, Stan Roose, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Lianna Mkrtchyan, Vincent Dumortier, Jelle Van de Wiele, Dries Defossez, Jean Marie Lambrecht, Herwig Vrijsen, Eva Vandenheede
Voorstanders: Tom Vlaeminck, Eddy Lust, Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Kasper Vandecasteele, Angelique Declercq, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Herman Ponnet, Guy Blancke, Stan Roose, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Lianna Mkrtchyan, Vincent Dumortier, Jelle Van de Wiele, Dries Defossez, Jean Marie Lambrecht, Herwig Vrijsen
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1: De Bijzondere Politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3, F103 en F111 (verkort "Bijzondere Politieverordening Stilstaan en Parkeren") zoals eerder goedgekeurd door de gemeenteraad van 18 november 2020 en gewijzigd door gemeenteraadsbeslissing van 10 november 2021, wordt gewijzigd.

Artikel 2: De gemeenteraad keurt de wijzigingen, aanvullingen of invoeging van nieuwe bepalingen goed. 

Volgende artikelen in de Bijzondere Politieverordening (BPV) worden als volgt gewijzigd of aangevuld:

Titel

Bijzondere politieverordening betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3, F103 en F111.

Art. 1

Deze bijzondere politieverordening geeft uitvoering aan artikel 3, 3° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, met latere wijzigingen, dat bepaalt dat de gemeenteraad voor de inbreuken opgesomd in het koninklijk besluit van 9 maart 2014 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F103, en van verkeersbord F111, vastgesteld met automatisch werkende toestellen, kan voorzien in gemeentelijke administratieve sancties. 
 
Art. 3

De definities opgenomen in het Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer van van het gebruik van de openbare weg, en latere wijzigingen, zijn evenzeer van toepassing op onderhavige politieverordening.
 
Art. 4
 
§1. Alle inbreuken op de bepalingen van deze bijzondere politieverordening kunnen worden vastgesteld door :
 
1° politieambtenaren en agenten van politie;
2° gemeentelijke ambtenaren die voldoen aan de voorwaarden van het koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van de inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sancties, met latere wijzigingen;
 
§2.Inbreuken op de artikelen 23, 24 en 24bis van deze Bijzondere Politieverordening kunnen bovendien vastgesteld worden door middel van automatisch werkende toestellen, bedoeld in artikel 62 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer ("de wegverkeerswet"). Wanneer zij desalniettemin zonder automatisch werkend toestel worden vastgesteld, dient de bestuurder onmiddellijk geïdentificeerd te worden. Indien het niet mogelijk is om de bestuurder op het ogenblik van de vaststelling te identificeren, gelden de regels betreffende de kentekenaansprakelijkheid, zoals bepaald in artikel 33 van de Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zoals gewijzigd door de Wet van 11 december 2023.
 
§3. Op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen van de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, hebben de onder §1, 2° vermelde personen, in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden, toegang tot de volgende persoonsgegevens van de overtreder uit het Rijksregister :
  • de identificatiegegevens, meer bepaald de naam, voornamen en geboortedatum van de persoon;
  • de hoofdverblijfplaats;
  • het rijksregisternummer;
  • desgevallend de datum van overlijden
Bovendien hebben de onder §1, 2° vermelde personen, in het kader van de uitoefening van hun bevoegdheden, toegang tot de hiervoor ter zake dienende gegevens van de Kruispuntbank van de voertuigen, op voorwaarde dat voorafgaandelijk een machtiging werd verkregen, zoals bedoeld in artikel 18 van de wet van 19 mei 2010 houdende oprichting van de Kruispuntbank van de voertuigen.
 
§4. Alle originele vaststellingen van de in deze politieverordening bedoelde inbreuken dienen uiterlijk binnen de twee maanden na de vaststelling overgemaakt te worden aan de sanctionerend ambtenaar. 
 
Gebeurt de vaststelling door de onder §1, 2° vermelde personen, dan hebben deze personen de keuze om gebruik te maken van een gehandtekend gematerialiseerd verslag, dan wel een elektronisch ondertekend gedematerialiseerd verslag. In dit laatste geval volstaat, in afwijking op het eerste lid, de verzending van een digitale kopie van het vaststellingsverslag aan de sanctionerend ambtenaar.
 
Gebeurt de vaststelling door de onder §1, 1° vermelde personen, dan worden de op basis van deze politieverordening vastgestelde inbreuken opgenomen in een proces-verbaal dat bovendien bewijskracht heeft tot bewijs van het tegendeel, op voorwaarde dat een afschrift ervan binnen een termijn van veertien dagen overgemaakt wordt aan de overtreder. Dit tegenbewijs kan met alle middelen van recht geleverd worden.
  
Art. 23
Het niet in acht nemen van het verkeersbord C3.  (verboden toegang, in beide richtingen, voor iedere bestuurder).

Art. 24
Het niet in acht nemen van het verkeersbord F103.  (begin van de voetgangerszone).

Art. 24bis
Het niet in acht nemen van het verkeersbord F111. ( fietsstraat en/of fietszone)

Art. 33
Verklaart de sanctionerend ambtenaar de verweermiddelen niet gegrond, dan brengt hij de overtreder hiervan, binnen de zes maanden te rekenen vanaf de datum van de vaststelling de inbreuk, op een met redenen omklede wijze bij gewone zending op de hoogte met verwijzing naar de te betalen administratieve geldboete die binnen een nieuwe termijn van dertig dagen na deze kennisgeving moet worden betaald.

Art. 37
Onderhavige bijzondere politieverordening is in werking getreden]op 1 januari 2021, met uitzondering van:
  • artikelen 17 en 28 inzake onrechtmatige inname van voorbehouden parkeerplaatsen voor personen  met een handicap- sinds 01.12.2021 reeds opgeheven;
  • artikel 4, §2 t.e.m. §4,  en de invoeging van de in artikel 33 bepaalde beslissingstermijn, die allen inwerking treden op 1 juli 2024;
  • artikel 24bis, dat pas in werking zal treden van zodra de toekomstige aanvulling van artikel 2 van het Koninklijk besluit van 9 maart 2014 “betreffende de gemeentelijke administratieve sancties voor de overtredingen betreffende het stilstaan en het parkeren en voor de overtredingen betreffende de verkeersborden C3 en F 103, vastgesteld met automatisch werkende toestellen” met deze inbreuk zélf in werking zal getreden zijn
Art. 38
Alle overtredingen m.b.t. deze bijzondere politieverordening die worden vastgesteld na de inwerkingtreding van deze politieverordening, worden onderworpen aan de sancties van huidige politieverordening.
 
Artikel 3: Deze beslissing tot wijzigingen in de Bijzondere Politieverordening Stilstaan en Parkeren, diverse artikelen, zal bekendgemaakt worden zoals voorzien in de bepalingen an artikel 119 Nieuwe Gemeentewet, artikel 285-289 Decreet Lokaal Bestuur, en overeenkomstig artikel 15 van de Wet van 24 juni 2013 (GAS-wet) en latere wijzigingen. Dat gebeurt door publicatie op de gemeentelijke website en het digitaal webportaal, en digitale doorzending aan het bestuurlijk toezicht .
 
Artikel 4: Alle overtredingen op deze politieverordening worden behandeld conform de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen. Inbreuken zijn onderworpen aan de sancties van huidige politieverordening (Gemeentelijk Administratieve Sancties).
 
Artikel 5: Deze wijzigingen in de Algemene Politieverordening(APV) treden in werking per 01 juli 2024, behoudens indien voorbehoud werd gemaakt;
 
Artikel 6: Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de coördinatie van deze gemeenteraadsbeslissing en opmaak van de gecoördineerde tekst Bijzondere Politieverordening (BPV) Stad Menen.
 
Artikel 7: Afschrift van deze gemeenteraadsbeslissing tot wijziging van Bijzondere Politieverordening (BPV) zal worden overgemaakt ter kennisgeving aan:
    • Digitaal loket ABB bestuurszaken: https://loket.lokaalbestuur.vlaanderen.be/login. 

    • de korpschef van de Lokale Politie PZ Grensleie (korpschef@police.belgium.eu en pz.grensleie@police.belgium.eu)en cel mobiliteit PZ Grensleie

    • de griffie van de provincie (dienst publicaties) (griffie@west-vlaanderen.be)

    • de griffie van de rechtbank van eerste aanleg Kortrijk (srt.parketkortrijk@just.fgov.be)

    • de griffie van de politierechtbank te Kortrijk (politierechtbankkortrijk@just.fgov.be)

    • de veiligheidscoördinatoren Stad Menen en PZ Grensleie (veiligheid.samenleven@menen.be)

    • de interne dienst Infrastructuur en Mobiliteit 

    • de sanctionerend ambtenaar- team GAS