Terug
Gepubliceerd op 28/12/2021

Besluit  Gemeenteraad

wo 22/12/2021 - 19:00

Retributie op het verwijderen en verwerken van zwerfvuil, sluikstort en afval bij buitenhuiszettingen. Vaststelling reglement.

Aanwezig: Tom Vlaeminck, Voorzitter Gemeenteraad
Eddy Lust, Burgemeester
Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Herman Ponnet, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Angelique Declercq, Schepenen
Laurent Coppens, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Guy Blancke, Kasper Vandecasteele, Dorianne De Wiest, Stan Roose, Stefanie Platteau, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Oceân Vanderhispallie, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Karolien Poot, Lianna Mkrtchyan, Vincent Dumortier, Toon Demyttenaere, Jelle Van de Wiele, Peggy Maerten, Raadsleden
Eric Algoet, Algemeen Directeur
Verontschuldigd: Mattias Eeckhout, Raadslid
Bevoegdheid Orgaan

art. 2 en 40-41 decreet over het lokaal bestuur 

Juridische grond
Art. 173 van de Grondwet;
 
Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en latere wijzigingen;
 
Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) (artikelen 16.1.2., 2° en art 16.6.3, §2), waarbij sluikstorten uitdrukkelijk wordt beschouwd als een milieumisdrijf;
 
Decreet van 23 december 2011 betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) (artikel 12);(Artikel 12 van het Materialendecreet verbiedt om  afvalstoffen achter te laten in strijd met de voorschriften van het decreet of zijn uitvoeringsbesluiten);

Wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting,  in bijzonder doch niet uitsluitend artikelen 2 en 5, inzake de algemene verplichting van de gemeentebesturen tot weghalen van de goederen  op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting, dit  om een eind te maken aan de belemmering van de openbare weg.
 
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties (Nieuwe GAS-wet),
 
Besluit van de Vlaamse Regering van 17 februari 2012 tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (VLAREMA);
 
Omzendbrief KB/ABB 2018/4 over de hervorming van het bestuurlijk toezicht en de uitbreiding van de bekendmakingsplicht;
 
Omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 over de gemeentefiscaliteit;
 
De Algemene Politieverordening van de stad Menen met toepassing van gemeentelijke administratieve sancties, zoals goedgekeurd in de gemeenteraad van 11 juni 2012 (en latere wijzigingen), in het bijzonder doch niet uitsluitend artikel 11 inzake terugvordering van kosten en artikel 103 inzake sluikstort;
 
Feiten Context en argumentatie

De stad Menen en haar burgers worden regelmatig geconfronteerd met diverse afvalstoffen die worden achtergelaten op niet-reglementaire wijze.

Uit zwerfvuilcijfers blijkt dat de hoeveelheid zwerfvuil in Vlaanderen ernstig  toeneemt. Uitgedrukt per Vlaming stijgt het zwerfvuil (klein afval) van 3,13 kg in 2017 naar 3,44 kg in 2019. Sluikstort verhoogt van 4,10 kg naar 4,48 kg per inwoner. In 2019 was er opnieuw een verhoging(+ 19%)  in de cijfers van sluikstort en zwerfvuil.  De Vlaamse doelstelling om in 2022 het zwerfvuil met 20 % te doen afnemen, komt op die manier ernstig in het gedrang. Het opruimen, verwerken en voorkomen van zwerfvuil en sluikstort kost de gemeenten in totaal 164 miljoen euro (hetzij 32,83 € per Vlaming tegenover 15,10 € per Nederlander). Hiervan wordt 95 % door de lokale besturen gedragen. Alle maatschappelijke kosten in acht genomen, kost rondslingerend afval op straat ons jaarlijks 1 miljard euro.

Een correct handhavingsbeleid, waarbij naast het sanctioneren van inbreuken, ook de effectieve en integrale ruimkost wordt verhaald op de verantwoordelijke vervuiler, is een belangrijke schakel in de concrete aanpak van afval door zwerfvuil of sluikstort.

Het is noodzakelijk dat zwerfvuil, sluikstort, hondenpoep… die de publieke ruimte bevuilen, zo vlug mogelijk verwijderd worden, omdat dit past in het algemeen streven naar een nette en leefbare stad, met een  kwalitatief en goed onderhouden publieke ruimte. Het verwijderen en verwerken van achtergelaten afvalstoffen vergt extra inspanningen van de stedelijke diensten en/of het inzetten van een externe firma, wat gepaard gaat met extra kosten voor de stad.

Conform het principe ‘de vervuiler betaalt’, worden deze kosten berekend en verhaald op de sluikstorter, tegen een louter kostendekkend tarief, waarbij rekening wordt gehouden met de volledige cyclus van afvalophaling en –verwerking, inclusief de kosten voor het ingezette materieel en personeel.

De retributie kan gecombineerd worden met een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boete) volgens de Algemene Politieverordening (artikel 11) of met een bestuurlijke of strafrechtelijke sanctie volgens het milieuhandhavingsdecreet, gezien de kost n.a.v. ruiming door de stedelijke diensten los staat van de sanctie op de inbreuk op de Politieverordening of het milieumisdrijf.

Bij uithuiszettingen ter uitvoering van vonnissen,  kan men voor afvalstoffen niet terugvallen op de wet uithuiszettingen om ze alsnog op de openbare weg te plaatsen, want dat zou strijdig zijn met de principes van het Materialendecreet. De afvalstoffenwetgeving verzet zich immers tegen de illegale plaatsing van afvalstoffen, ook op de openbare weg. De verplichting tot afvoer van de afvalstoffen ligt in dergelijke gevallen bij de eigenaar van de goederen en kan niet worden overgedragen aan het gemeentebestuur. Die verplichting kan ook rusten op de eigenaar van het pand in kwestie, die de kosten voor verwijdering van afvalstoffen niet kan doorschuiven naar het gemeentebestuur op grond van de Wet uithuiszettingen.

Gelet op het overleg hierover met de hogere overheid, en de adviezen hierover verleend;

Overwegende dat het juridisch aangewezen is om de kosten voor ruiming afval niet verder op te nemen in het retributiereglement 'werken voor derden', doch op te nemen in een afzonderlijk retributiereglement;

Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 8 december 2021;

Publieke stemming
Aanwezig: Tom Vlaeminck, Eddy Lust, Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Herman Ponnet, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Angelique Declercq, Laurent Coppens, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Guy Blancke, Kasper Vandecasteele, Dorianne De Wiest, Stan Roose, Stefanie Platteau, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Oceân Vanderhispallie, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Karolien Poot, Lianna Mkrtchyan, Vincent Dumortier, Toon Demyttenaere, Jelle Van de Wiele, Peggy Maerten, Eric Algoet
Voorstanders: Tom Vlaeminck, Eddy Lust, Renaat Vandenbulcke, Patrick Roose, Mieke Syssauw, Herman Ponnet, Griet Vanryckegem, Virginie Breye, Angelique Declercq, Laurent Coppens, Caroline Bonte-Vanraes, Berenice Bogaert, Philippe Mingels, Guy Blancke, Kasper Vandecasteele, Dorianne De Wiest, Stan Roose, Stefanie Platteau, Frederik Vandamme, Julie Roussel, Ruben Soens, Oceân Vanderhispallie, Eddy Vandendriessche, Alex Vanthournout, Karolien Poot, Lianna Mkrtchyan, Vincent Dumortier, Toon Demyttenaere, Jelle Van de Wiele, Peggy Maerten
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

De gemeenteraad stelt het reglement "retributie op het verwijderen en verwerken van zwerfvuil, sluikstort en afval bij buitenhuiszettingen" vast.

 

Retributie op het verwijderen en verwerken van zwerfvuil, sluikstort en afval bij buitenhuiszettingen

 

ARTIKEL 1. Grondslag retributie en geldigheidstermijn

Vanaf 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025 wordt een retributie vastgesteld voor het verwijderen en verwerken van afvalstoffen, achtergelaten op niet-reglementaire wijze.


ARTIKEL 2. Retributieplichtige

De retributie is verschuldigd door de persoon die de afvalstoffen achtergelaten heeft.

    • De persoon die de opdracht of de toelating gaf tot achterlaten van de afvalstoffen of de eigenaar van de afvalstoffen is hoofdelijk aansprakelijk  voor de betaling van de retributie.
    • Wat betreft hondenpoep is de begeleider of diegene die voor hem/haar burgerlijk  aansprakelijk is, de retributie verschuldigd.
    • Bij ruiming van afval naar aanleiding van een gerechtelijk bevel tot uithuiszetting zijn de eigenaar van de goederen  en/of de eigenaar van het pand als verhuurder beiden hoofdelijk aansprakelijk zijn tot betaling van de retributie.


ARTIKEL 3. Retributietarief en berekeningswijze

De retributie wordt als volgt berekend en vastgesteld:

a) Loonkosten van

  • werklieden tijdens het verwijderen van achtergelaten afvalstoffen:
    • € 38,00 /uur/personeelslid (verhoogd tot  € 55,00/u ingeval zaterdagwerk en tot € 70,00 €/u ingeval zondag of feestdag)
    • Ingeval nachtwerk geldt een tarief van + 25 % bij het uurtarief (dus  per personeelslid € 47,5 /u op weekdag, hetzij € 68,75 /u bij zaterdagwerk en € 87,5 /u bij zondagwerk)
    • Minimaal wordt een half uur aangerekend
    • administratief personeel voor de opvolging van het verwijderen van de achtergelaten afvalstoffen: € 38,00/uur/personeelslid

b) lnzetten van een voertuig met chauffeur tijdens het verwijderen van de achtergelaten afvalstoffen: € 36,00/uur

c) Vervoerskosten naar de overslag- of verwerkingsinstallatie: 0,25 EUR/km

d) Overslag en verwerken:  te bepalen aan de werkelijke kostprijs

e) Verbruikte goederen en/of materiaal: tegen aankoopprijs

f)  In geval van verwijdering en/of verwerking door een externe firma op verzoek van de gemeente: aanrekening aan de werkelijke kostprijs volgens de factuur van de externe firma. 


ARTIKEL 4. Betalingswijze en –termijn

De retributie is verschuldigd na het verstrekken van de dienst en dit op basis van een door het gemeentebestuur toegezonden betalingsverzoek. De retributie dient betaald te worden via overschrijving op de bankrekening van de gemeente binnen de dertig dagen na toezending van het betalingsverzoek.

Bij gebrek aan betaling binnen deze termijn, zal het verschuldigde bedrag worden ingevorderd op basis van artikel 177 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 of via een procedure bij de burgerlijke rechtbank.

 

ARTIKEL 5. Bekendmaking 

Dit besluit wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286 tot en met 288 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017.

 

ARTIKEL 6. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 01 januari 2022.

 

ARTIKEL 7. Melding aan de toezichthoudende overheid

Overeenkomstig artikel 330 van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 wordt de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht van de bekendmaking van dit besluit.