Besluit  Gemeenteraad

Bevoegdheid Orgaan

Decreet lokaal bestuur, artikel 40-41

Juridische grond

• Vastelling wegencategorisering van het lokale mobiliteitsplan (goedgekeurd (GR/2021/185) door de gemeenteraad in zitting van 6 oktober 2021);
• Beslissing (CBS/2025/924) door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 4 juni 2025 betreffende de vaststelling van het tijdelijk verkeersreglement inzake de Schonekeerstraat;
• Decreet Lokaal bestuur van 22 december 2017 (en wijzigingen);
• Wet betreffende de politie van het wegverkeer, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 16 maart 1968 (en wijzigingen);
• Decreet van 16 mei 2008 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
• Koninklijk besluit van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbaren weg;
• Ministerieel besluit van 11 oktober 1976 waarbij de minimumafmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens worden bepaald;
• Besluit van de Vlaamse Regering van 23 januari 2009 betreffende de aanvullende reglementen op het wegverkeer en de plaatsing en bekostiging van de verkeerstekens;
• Omzendbrief van MOB/2009/01 van 3 april 2009 betreffende de gemeentelijke aanvullende reglementen op de politie over het wegverkeer

Feiten Context en argumentatie

In overeenstemming met de visie vastgelegd in het lokaal mobiliteitsplan, is de Schonekeerstraat ter hoogte van het kruispunt met de Kortekeerstraat aangeduid als lokale weg type 2. De Kortekeerstraat is dan weer aangeduid als lokale weg type 3. Aangezien de Schonekeerstraat een belangrijkere functie kreeg toegewezen, is een voorrangsregeling ten opzichte van de Kortekeerstraat aangewezen. Dit wordt dan ook zo voorgesteld.

Daarnaast is de Kortekeerstraat ingericht zonder voetpaden en met aangeduide parkeervakken. Dit heeft dan ook op vandaag al het uitzicht als woonerf. Rekening houdend met het streven naar een verbeterde leesbaarheid van de omgeving en met het de wens om voetgangers juridisch beter te beschermen (er zijn namelijk geen voetpaden), wordt dan ook voorgesteld het principe van 'woonerf' ook te verankeren in het voorliggende aanvullende verkeersreglement.