Art. 2 en 40-41 Decreet Lokaal Bestuur;
Art. 170 § 4 van de Grondwet;
Art. 464/1, 1°, van het WIB van 10 april 1992;
Art. 2.1.4.0.2 en 3.1.0.0.4 van het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit;
Decreet van 22 december 2017 over het Lokaal Bestuur en latere wijzigingen;
Omzendbrief BB 2018/2 van het Agentschap Binnenlands Bestuur;
Gemeenteraadsbeslissing van 22 december 2021 houdende de vaststelling van de gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing;
In de gemeenteraad van 22 december 2021 werd de verordening gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing hervastgesteld voor het aanslagjaar 2022 waarbij 1134 gemeente-opcentiemen op de onroerende voorheffing werden geheven.
De vernieuwing van deze verordening is noodzakelijk om de gemeentelijke opcentiemen voor 2023 vast te stellen.
Gelet op de financiële toestand van de gemeente.
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen in zitting van 9 november 2022.
De gemeenteraad stelt het reglement "gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing" vast.
Gemeentelijke opcentiemen op de onroerende voorheffing
ARTIKEL 1
Voor het aanslagjaar 2023 worden ten bate van de gemeente 1134 (duizend honderd vierendertig) opcentiemen geheven op de onroerende voorheffing.
ARTIKEL 2
De vestiging en de inning van de gemeentebelasting gebeuren door toedoen van de Vlaamse Belastingdienst.
ARTIKEL 3
Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikel 286, 287 en 288 van het Decreet Lokaal Bestuur.
ARTIKEL 4
Afschrift van dit besluit wordt bezorgd aan de toezichthoudende overheid overeenkomstig artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur, alsook aan:
FOD FINANCIEN-Stafdienst Beleidsexpertise en –ondersteuning-Studiedienst, North Galaxy-Toren B 6e verdieping, Koning Albert II-laan 33, bus 22 te 1030 Brussel;
Ontvangkantoor Directe Belastingen, Hoveniersstraat 31 te 8500 Kortrijk.